Chuang Tzu
Geen – Zelf is het Ware – Zelf
Hij in wie de Tao ongehinderd kan werken
maakt zich niet druk om zijn eigen belangen
en verwacht ook niemand die dat wel doet.
Hij slooft zich niet uit om geld te verdienen
maar hij maakt ook geen deugd van armoede.
Hij gaat zijn eigen weg zonder zich op anderen te beroepen
en hij beroemt zich er niet op dat hij zijn weg alleen wel vindt.
Hij volgt niet de grote massa
maar hij zal ook niet klagen over anderen die dat wél doen.
Aanzien en verdiensten doen hem niets,
smaad en vernedering brengen hem niet van de wijs.
Hij is er nooit op uit dingen als ‘goed’ of ‘slecht’ te beoordelen
en altijd ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen.
Vandaar dat de ouden zeiden:
‘De man in wie de Tao werkt zal altijd onbekend blijven.
Perfecte deugd brengt niets voort.
‘Geen – Zelf’ is je ‘ware – Zelf’
En de grootste onder de mensen is ‘Niemand.’